44. U mag echter wel slaven en slavinnen kopen in de landen rondom u
45. en u mag de kinderen van de buitenlanders die onder u wonen, kopen ook al zijn ze in uw land geboren.
46. Zij zullen voor altijd slaven van u zijn, die u kunt nalaten aan uw kinderen, maar uw broeders die bij het volk Israël horen, zult u niet op die manier behandelen.
47. Als een buitenlander die bij u woont, rijk wordt en een Israëliet verarmt en verkoopt zich aan die buitenlander of aan familie van die buitenlander,
48. mag hij worden teruggekocht door een van zijn broeders: