Leviticus 16:20-21-28 Het Boek (HTB)

3. Alleen op de volgende wijze mag hij die plaats betreden: hij moet een jonge stier als zondoffer en een ram als brandoffer offeren.

4. Hij moet zich baden en het heilige linnen onderkleed, de linnen broek en een linnen gordel aantrekken en een linnen tulband opzetten.

5. Het volk Israël zal dan twee geitenbokken als zondoffer en een ram als brandoffer brengen.

6. Aäron moet eerst de jonge stier aan de Here aanbieden als een zondoffer om verzoening te doen voor zichzelf en zijn gezin.

7. Dan zal hij de twee geitenbokken voor de Here brengen bij de ingang van de tabernakel en het lot over hen werpen,

8. één lot voor de bok die voor de Here wordt geofferd en één voor de bok die wordt weggezonden.

9. De bok waarop het lot van de Here valt, moet Aäron als een zondoffer aan de Here offeren.

20-21. Wanneer hij verzoening heeft gedaan voor het Heilige der Heiligen, de hele tabernakel en het altaar, zal hij de levende bok nemen en zijn beide handen op zijn kop leggen en alle zonden van het volk Israël over hem belijden. Hij zal al hun zonden op de kop van de bok laden en daarna moet een man die daarvoor is aangewezen, de bok de woestijn inbrengen.

22. Zo zal de bok alle zonden van het volk naar een onbewoond land meenemen en de man zal hem in de wildernis loslaten.

23. Daarna zal Aäron de tabernakel weer binnengaan en de linnen kleding die hij droeg toen hij zich achter het gordijn van het Heilige der Heiligen begaf, uittrekken en daar in de tabernakel achterlaten.

24. Dan zal hij zich op een heilige plaats baden, zijn kleren weer aantrekken en naar buiten komen om zijn eigen brandoffer en dat van het volk te offeren, zo zal hij verzoening doen voor zichzelf en voor het gehele volk.

25. Ook het vet van het zondoffer moet hij op het altaar verbranden.

26. De man die de bok heeft meegenomen naar de wildernis, moet daarna zijn kleren wassen en zich baden en dan weer in het kamp terugkomen.

27. De jonge stier en de bok van het zondoffer (Aäron bracht hun bloed in het Heilige der Heiligen om verzoening te doen) zullen buiten het kamp worden gebracht en daar worden verbrand met hun huid en ingewanden.

28. Daarna zal de man die ze heeft verbrand zijn kleren wassen, zich baden en teruggaan naar het kamp.

Leviticus 16