45. Hij zal dan opdracht geven het huis af te breken. Alle stenen, houtwerk en leem van het huis moeten op een onreine plaats buiten de stad worden gestort.
46. Ieder die het huis binnengaat terwijl het is afgesloten, zal tot de avond onrein zijn.
47. Ieder die in het huis slaapt of eet, zal zijn kleren wassen.
48. Maar als de priester terugkomt en de plekken zijn niet opnieuw verschenen nadat het nieuwe pleisterwerk is aangebracht, zal hij het huis rein verklaren. De melaatsheid is dan verdwenen.