10. en wat u hebt gedaan met de twee Amoritische koningen, Sichon van Chesbon en Og van Basan, die in Astarot woonde.
11. Daarom gaven onze leiders en ons volk ons de opdracht: “Maak u klaar voor een verre reis, ga naar de Israëlieten en verklaar dat ons volk hun dienaar wil zijn. Vraag hun om vrede.”
12. Dit brood kwam vers uit de oven toen wij vertrokken, maar zoals u ziet, is het nu droog en beschimmeld.
13. Deze wijnzakken waren nieuw, maar nu zijn ze gescheurd en oud, onze kleren en sandalen zijn versleten door de lange en moeilijke tocht.’