1-2. Daarna sprak de Here opnieuw tot Jona en zei: ‘Maak u klaar om naar die grote stad Ninevé te gaan en de inwoners te waarschuwen voor hun ondergang, zoals Ik u al eerder heb gezegd!’
3. Deze keer gehoorzaamde Jona en ging op weg naar Ninevé. Ninevé was zo'n grote stad dat je drie dagen nodig had om er dwars doorheen te lopen.
6. Toen de koning van Ninevé hoorde wat Jona zei, stapte hij van zijn troon, trok zijn koninklijke kleding uit, deed rouwkleding aan en ging in de as zitten.
7. De koning en zijn edelen stuurden een boodschap door de stad die luidde: ‘Laat niemand, zelfs de dieren niet, ook maar iets eten. Er mag geen slokje water worden gedronken.
8. Iedereen moet rouwkleding dragen en God aanroepen. Laat iedereen zijn verkeerde wegen verlaten en alle onrecht afzweren.
9. Wie weet zal God toch nog besluiten ons te laten leven en zal Hij ons in zijn ontzettende toorn niet vernietigen.’
10. Toen God zag dat zij een eind hadden gemaakt aan hun misdadige gedrag, veranderde hij van gedachte en voerde de straf die Hij had aangekondigd, niet uit.