34. ‘Vergis u niet,’ antwoordde Jezus. ‘Ieder die zondigt, is een slaaf van de zonde.
35. Een slaaf heeft geen blijvende plaats in het huis, maar een zoon wel.
36. Als u door de Zoon van God wordt bevrijd, zult u werkelijk vrij zijn.
37. Ik weet heel goed dat u van Abraham afstamt. Toch probeert u Mij te doden, omdat mijn boodschap niet tot uw hart doordringt.