10. ‘Haal eens een paar van de vissen die jullie hebben gevangen,’ zei Jezus.
11. Simon Petrus ging weer aan boord en trok het volle net op de oever. Er zaten honderddrieënvijftig vissen in en toch was het net niet gescheurd.
12. ‘Kom,’ zei Jezus. ‘Laten wij gaan eten.’ Geen van de leerlingen durfde te vragen wie Hij was. Ze begrepen nu wel dat het de Here was.
13. Jezus gaf hun brood en vis.
14. Na zijn terugkeer uit de dood was dit de derde keer dat Jezus aan zijn leerlingen verscheen.