Job 6:1-15-17 Het Boek (HTB)

1. Job antwoordde:

10. Dan zou ik toch nog troost vinden, vreugde kennen ondanks deze ondraaglijke pijn, want de woorden van de heilige God heb ik niet verwaarloosd.

11. Och, waarom houdt mijn kracht mij nog op de been? Hoe kan ik het geduld opbrengen te wachten op mijn dood?

12. Ben ik soms zo sterk als een steen? Is mijn lichaam soms van koper?

13. Ik ben echt volkomen hulpeloos en heb geen enkele hoop meer!

14. Wie geen medelijden heeft met een vriend die lijdt, toont geen ontzag voor de Almachtige.

15-17. Mijn broeders zijn net zo onbetrouwbaar als een beek die stijgt als er ijs en sneeuw liggen, maar verdroogt wanneer het heet wordt.

Job 6