10. Kijk eens naar het nijlpaard. Ik heb hem gemaakt, net zoals Ik u heb gemaakt. Hij eet gras als een os.
11. Let eens op zijn krachtige lendenen en op zijn buikspieren.
12. Zijn staart is zo recht als een ceder. De pezen van zijn dijen zijn stevig verstrengeld.
13. Zijn botten lijken op koperen buizen en zijn ribben zien eruit als ijzeren staven.
14. Hij is een van mijn eerste meesterwerken, alleen Ik kan hem in toom houden.