10. sloot hen in door hun kusten vast te stellen
11. en zei: “Tot zover en niet verder! Hier zullen uw trotse golven tot stilstand komen”?
12. Hebt u ooit een nieuwe morgen opgeroepen en de zonsopgang in het oosten laten verschijnen?
13. Hebt u het daglicht ooit bevolen zich tot de uithoeken van de aarde te verspreiden om zo een eind te maken aan het nachtelijk werk van de goddelozen?
14. De aarde krijgt haar vorm zoals een zegel een klomp klei vormt, het oppervlak golft als de plooien van een kledingstuk.
15. Zo worden de goddelozen gestoord in hun praktijken en wordt een halt toegeroepen aan de arm die klaar stond om toe te slaan.
16. Bent u doorgedrongen tot de bronnen van de zee en hebt u de spelonken van haar onpeilbare diepte bezocht?
19. Waar komt het licht vandaan en hoe kunt u daar komen? Of vertel Mij iets over de duisternis. Waar komt die vandaan?
20. Kunt u haar grenzen bepalen of de plaats waar zij vandaan komt?
21. Maar dat weet u natuurlijk allemaal al lang. Want u werd geboren voordat alles werd geschapen en u heeft zo'n lange ervaring!