5. God is almachtig en toch heeft Hij van niemand een afkeer! Zijn begrip en inzicht zijn volmaakt.
6. Hij houdt de goddelozen niet in leven, maar geeft aan de onderdrukten hun rechten.
7. De goede mensen negeert Hij niet, maar Hij verhoogt hen door hun een plaats te geven op eeuwige, koninklijke tronen.
8. Als zij in moeilijkheden komen, tot slaaf worden gemaakt en er ellendig aan toe zijn,