Job 33:21-22-28 Het Boek (HTB)

3. Ik zal in alle oprechtheid de waarheid spreken.

4. De Geest van God heeft mij namelijk gemaakt en de adem van de Almachtige geeft mij leven.

5. Aarzel niet mij een antwoord te geven als u dat kunt.

6. Voor God ben ik volkomen gelijk aan u. Ik ben ook uit de aarde gevormd, net als u.

7. U hoeft niet bang voor mij te zijn. Ik ben er niet de man naar u in het nauw te drijven.

8. Ik heb u steeds weer horen zeggen:

9. “Ik ben rein, ik heb niet gezondigd, ik ben onschuldig.

21-22. Hij wordt broodmager en komt steeds dichter bij de afgrond en de machten van de dood.

23-24. Maar als een boodschapper uit de hemel aanwezig is die als voorspraak dient, een uit duizend die het als een vriend voor hem opneemt, dan zal Hij Zich over hem ontfermen en zeggen: “Maak hem vrij, hij zal niet sterven. Er is voor hem een losgeld betaald.”

25. Dan zal zijn lichaam weer zo gezond worden als dat van een kind, fris en jeugdig.

26. En als hij tot God bidt, zal God naar hem luisteren en hem antwoorden. Hij zal vreugde ervaren als hij het gezicht van de Here weer ziet en zijn rechtvaardigheid weer terugkrijgt.

27. Tegen zijn vrienden zal hij later zeggen: “Ik had gezondigd, maar God gaf mij niet de straf die ik had verdiend.

28. Hij liet mij niet sterven. Ik zal voortaan leven en veel meer van het licht genieten.”

Job 33