6. ‘Ik ben jong en u bent oud, daarom heb ik mij stilgehouden en heb ik u niet durven zeggen wat ik ervan denk.
7. Want ik dacht: laat de ouderen eerst aan het woord, zij zullen zeker ook wijzer zijn.
10. Luister daarom naar mij, ik wil u ook mijn mening geven.
13. En zeg nu niet dat alleen God en niet de mens hem van zijn zonde kan overtuigen.