37. Dan zou ik Hem precies vertellen wat ik heb gedaan en waarom, als een koning zou ik Hem tegemoet treden.
38-39. Als mijn land mij aanklaagt omdat ik de vruchten heb gestolen die het heeft voortgebracht, of als ik het leven van zijn eigenaren heb vergald,
40. laten er dan distels op dat land groeien in plaats van tarwe en onkruid in plaats van gerst.’Met die woorden besloot Job zijn uitvoerige antwoord.