1. Daarop vervolgde Job ten slotte:‘Ik had een overeenkomst gesloten met mijn ogen om nooit naar jonge vrouwen te kijken.
2-3. Ik weet heel goed dat de Almachtige God ons lot in handen heeft. De slechten en goddelozen treft Hij met ellende en rampen.
4. Hij ziet alles wat ik doe en telt elke stap die ik zet.
13-14. Hoe zou ik God onder ogen kunnen komen als ik ooit mijn dienaren onrechtvaardig had behandeld? Wat zou ik kunnen zeggen als Hij mij daarnaar zou vragen?
19-20. als ik iemand heb zien omkomen van de kou zonder hem kleren of de vacht van een van mijn schapen te geven;
38-39. Als mijn land mij aanklaagt omdat ik de vruchten heb gestolen die het heeft voortgebracht, of als ik het leven van zijn eigenaren heb vergald,