6. Laat hem maar van de kalender verdwijnen, zodat hij nooit meer wordt beschouwd als een dag van die maand in dat jaar!
7. Laat het een doodse en vreugdeloze nacht zijn.
8. Laten de geoefende vervloekers, die het zelfs wagen het zeemonster Leviatan op te hitsen, hem maar vervloeken.
9. Laat de sterren van die nacht verdwijnen en laat hem verlangen naar het morgenlicht zonder het ooit te zien.
10. Vervloek hem, omdat hij mijn moeders schoot niet gesloten hield en mij geboren liet worden, zodat ik nu al deze ellende met mijn eigen ogen moet zien.
11. Waarom ben ik niet dood ter wereld gekomen of tijdens de geboorte gestorven?
12. Waarom hebben knieën mij opgewacht, waarom borsten om mij te voeden?
13. Was ik maar bij mijn geboorte gestorven, dan zou ik nu van de rust genieten
16. Och, was ik maar een miskraam geweest, een kind dat nooit het levenslicht zag.
17. Want in de dood maken de goddelozen geen moeilijkheden meer en hebben de vermoeiden rust.