Job 17:6-16 Het Boek (HTB)

6. Hij heeft mij tot mikpunt van openlijke spot gemaakt, de mensen spugen mij in het gezicht.

7. Mijn ogen zijn dof van het huilen en ik ben nog maar een schim van wie ik vroeger was.

8. Oprechte mensen staan verbaasd als zij mij zien en de onschuldige keert zich tegen de goddeloze.

9. De rechtvaardigen laten zich niet van de goede weg afbrengen, de mensen met reine harten worden steeds sterker.

10. Maar jullie kunnen mij beter met rust laten, want ik zie onder jullie geen wijs mens.

11. Mijn goede dagen behoren tot het verleden. Mijn verwachtingen zijn niet uitgekomen. Mijn hartenwensen zijn in rook opgegaan.

12. Zij maken van de nacht een dag en zeggen wanneer het donker is: “Het wordt zo weer licht.” Zo verdraaien zij de waarheid.

15. Waar is mijn hoop dan gebleven? Kan iemand nog enige hoop voor mij ontdekken?

16. Nee, mijn hoop en mijn verwachtingen gaan met mij het graf in. Samen zullen wij in het stof rusten.’

Job 17