Job 14:5-18-19 Het Boek (HTB)

10. Maar wanneer de mens sterft, ligt hij neer, hij blaast de adem uit en is er niet meer.

13. Och, verborg U mij maar tussen de doden en vergat U mij maar tot uw toorn was bedaard. Liet U mij maar links liggen om pas na enige tijd weer aan mij te denken.

14. Als een mens sterft, zal hij dan weer herleven? Die gedachte zou mij hoop kunnen geven tijdens mijn harde bestaand dan zou ik uitzicht hebben op verlossing.

15. Dan zou U mij roepen en ik zou komen, U zou het zelfs fijn vinden met uw schepsel te spreken.

16. U zou letten op elke stap die ik zet, maar niet al mijn fouten tellen,

17. U zou ze allemaal wegstoppen in een zak en uitwissen.

Job 14