32. Hij onderhield zich vriendelijk met Jojachin en behandelde hem beter dan de andere koningen in Babel.
33. Hij gaf hem nieuwe kleding en liet hem voor de rest van zijn leven regelmatig deelnemen aan zijn maaltijden.
34. Bovendien kreeg Jojachin elke dag een toelage om tot zijn dood in zijn levensbehoeften te kunnen voorzien.