Jeremia 39:5-10 Het Boek (HTB)

5. Maar de Babyloniërs gingen de vluchtelingen achterna en haalden ze in op de vlakten van Jericho, waar zij de koning gevangennamen en naar koning Nebukadnezar brachten. Deze was in Ribla, in het land van Hamath. Daar sprak hij zijn vonnis over de koning uit.

6. De koning van Babel dwong Zedekia toe te kijken terwijl zijn kinderen en de vooraanstaande burgers van Juda werden gedood.

7. Daarna stak hij Zedekia de ogen uit, boeide hem met ijzeren ketens en zond hem naar Babel.

8. Intussen stak het leger het paleis en de huizen in brand en haalde de muren van Jeruzalem omver.

9. Daarna deporteerden Nebuzaradan, het hoofd van de lijfwacht, en zijn mannen de rest van de bevolking en de overlopers naar Babel.

10. Maar Nebuzaradan liet enkele van de armsten in het land achter en gaf hun akkers en wijngaarden.

Jeremia 39