16. Hoe meer Baruch vorderde, hoe banger de mannen werden. ‘Dit moeten wij de koning melden,’ zeiden zij.
17. ‘Maar vertel ons eerst hoe u aan deze boodschappen komt. Heeft Jeremia die zelf aan u gedicteerd?’
18. Baruch legde uit dat Jeremia ze hem woord voor woord had gedicteerd en dat hij ze met inkt op de boekrol had geschreven.
19. ‘U en Jeremia kunnen zich maar beter verbergen,’ vonden de functionarissen. ‘Vertel niemand waar u bent!’
20. Toen verborgen zij de boekrol in de kamer van de secretaris Elisama en gingen naar de koning om hem op de hoogte te brengen.