4. De prachtige erfenis die Ik u heb gegeven, zult u weer moeten afstaan. Ik zal u als slaven wegsturen naar vijanden in verre, onbekende landen. Want u hebt het vuur van mijn toorn aangestoken en dat zal voor altijd blijven branden.’
5. De Here zegt: ‘Vervloekt is de man die zijn vertrouwen stelt op sterfelijke mensen en zijn hart van God afkeert.
6. Hij lijkt op een kale struik in de woestijn, zonder enige hoop voor de toekomst, hij staat op zoute grond in een barre wildernis waar geen mens woont.