14. Hoe weet u wat er morgen met u zal gebeuren? Uw leven lijkt op een damp, die er nu is en straks weer verdwijnt.
15. U kunt beter zeggen: ‘Als de Here het wil, zullen wij leven en dit of dat doen.’
16. Maar de manier waarop u nu praat, getuigt van zelfingenomenheid. Dat is niet goed.
17. Als u weet dat u iets moet doen maar het nalaat, zondigt u.