Handelingen 7:46-48 Het Boek (HTB)

46. een man die bij God in de gunst stond. David vroeg of hij voor God een huis mocht bouwen, een vast onderdak te midden van het volk van Israël.

47. Zijn zoon Salomo bouwde een huis voor God,

48. maar de Allerhoogste God woont niet in een gebouw dat door mensen gemaakt is. Door de profeet Jesaja zei Hij:

Handelingen 7