Handelingen 10:27-31 Het Boek (HTB)

27. Al pratend kwamen zij in de kamer waar alle genodigden bij elkaar waren.

28. Petrus nam het woord en zei: ‘U weet vast wel dat het mij als Jood verboden is met mensen van een ander volk om te gaan. Maar God heeft mij duidelijk gemaakt dat ik niemand minderwaardig of onrein mag vinden.

29. Daarom ben ik zonder aarzelen meegegaan toen u mij liet vragen bij u te komen. Maar ik ben wel benieuwd waarom u dat hebt gedaan.’

30. Cornelius antwoordde: ‘Vier dagen geleden was ik 's middags rond drie uur hier in huis aan het bidden.

31. Ineens stond er een man voor me, met schitterend witte kleren aan. “Cornelius,” zei hij, “God heeft uw gebeden gehoord en Hij is niet vergeten wat u voor de armen hebt gedaan.

Handelingen 10