4. Over een week zal het gaan regenen. Veertig dagen en nachten achter elkaar. Alle levende wezens die Ik heb gemaakt en die op het droge leven, zullen sterven.’
5. Noach volgde al de bevelen van de Here op.
6. Hij was zeshonderd jaar oud toen de vloed over de aarde kwam
7. en hij ging met zijn vrouw, zijn zonen en hun vrouwen in de ark om aan de vloed te ontkomen.
12. En dat gedurende veertig dagen en nachten!
13. Maar Noach was die dag met zijn vrouw, hun zonen Sem, Cham en Jafet en hun vrouwen aan boord van de ark gegaan.
14. Bij hen in de ark zaten alle diersoorten, zowel wilde dieren als vee, kruipende dieren en vogels.
15. Ze kwamen twee aan twee, mannetjes en vrouwtjes, precies zoals God het had bevolen.
16. Toen sloot de Here God de toegang tot de ark.
17. Veertig dagen lang raasde de enorme watervloed over de aarde, bedekte alles en nam de ark hoog op zijn golven mee.