14. Issachar is een sterk lastdier dat ligt te rusten tussen de pakken op zijn rug.
15. Toen hij zag hoe goed het land was en hoe mooi het er uitzag, boog hij gewillig zijn schouder en diende zijn meester.
16. Mijn zoon Dan zal zijn mensen overheersen als elke andere stam in Israël.
17. Hij zal een slang op de weg zijn die het paard in de hiel bijt, zodat de berijder achterover valt.
18. Ik wacht op uw heil, o Here.