Genesis 40:21-22-23 Het Boek (HTB)

3. De farao liet hen in dezelfde gevangenis gooien waar Jozef opgesloten zat, in het huis van het hoofd van de lijfwacht.

4. De beide hovelingen zaten lange tijd in arrest en het hoofd van de lijfwacht wees Jozef aan als hun bediende.

5. Op een nacht hadden beide mannen een droom.

6. De volgende morgen maakten zij een verslagen en sombere indruk op Jozef.

7. ‘Waarom kijken jullie zo somber?’ vroeg hij.

8. ‘We hebben vannacht allebei een droom gehad,’ antwoordden zij, ‘maar niemand hier kan ons uitleggen wat die te betekenen hebben.’ ‘Het uitleggen van dromen is Gods zaak,’ zei Jozef. ‘Vertel mij eens wat jullie hebben gedroomd.’

9. De wijnproever vertelde als eerste wat hij had gedroomd. ‘In mijn droom,’ begon hij, ‘zag ik een wijnstok met drie ranken eraan.

21-22. De wijnproever kreeg zijn oude functie terug, maar de bakker werd veroordeeld. Zijn lichaam zou op een paal worden gespietst. Alles kwam uit, zoals Jozef het had gezegd.

23. De wijnproever vergat Jozef prompt en dacht niet meer aan hem.

Genesis 40