4. Hij sprak er met zijn vader over. ‘Zorg dat ik dat meisje krijg,’ zei hij, ‘want ik wil met haar trouwen.’
5. Jakob hoorde al snel wat er was gebeurd, maar zijn zonen waren met het vee op het land, dus wachtte hij tot zij terug waren.
8. Chamor zei tegen Jakob: ‘Mijn zoon Sichem houdt echt van uw dochter en wil haar als zijn vrouw. Laat hem alstublieft met haar trouwen.
11. Toen richtte Sichem zich tot Dina's vader en broers. ‘Wees zo vriendelijk mij Dina als vrouw te geven,’ smeekte hij. ‘Ik zal u alles geven wat u vraagt.
12. Ongeacht welke bruidsschat of welk geschenk u vraagt, ik zal het betalen. Geeft u mij alstublieft het meisje als vrouw.’
13. Toen logen haar broers tegen Sichem en Chamor, vanwege de schande die Sichem hun zuster had bezorgd.
14. ‘Dat kunnen wij niet doen,’ zeiden ze, ‘want u bent niet besneden. Het zou een schande voor haar zijn met zo'n man te trouwen.