3. ging hij naar de Hethieten en vroeg hun:
4. ‘Ik ben een vreemdeling in dit land, daarom wil ik graag een stuk grond hebben om mijn vrouw te begraven. Wilt u mij een stuk land verkopen?’
7. Na die woorden stond Abraham op, boog voor de mannen en zei:
10. Efron zat tussen de andere mannen en stond nu op om Abraham te antwoorden. Iedereen luisterde aandachtig.
11. ‘Meneer,’ zei hij, ‘luister. Ik schenk u de grot en de bijbehorende grond, helemaal voor niets, iedereen hier is mijn getuige. Ga uw gang en begraaf uw dode.’
12. Abraham boog opnieuw voor de mannen en antwoordde Efron: ‘Nee, ik wil het stuk grond van u kopen.
13. Laat mij de volle prijs betalen, daarna zal ik mijn dode gaan begraven!’
16. Maar Abraham betaalde Efron vierhonderd zilverstukken, in gangbare munt.