Genesis 21:1-4 Het Boek (HTB)

1. Toen deed de Here wat Hij had beloofd:

2. Sara raakte in verwachting. Zo schonk ze Abraham op zijn hoge leeftijd nog een zoon en precies op de tijd die de Here had genoemd.

3. Abraham noemde de zoon die Sara hem geschonken had, Isaak (dat ‘Gelach’ betekent)

4. en acht dagen later besneed hij hem, zoals God had bepaald.

20-21. God zegende de jongen, die in de woestijn van Paran opgroeide en een uitstekende boogschutter werd. Zijn moeder regelde later voor hem een huwelijk met een Egyptisch meisje.

28-30. Abraham hield echter zeven lammeren apart. ‘Waarom doet u dat?’ vroeg de koning verwonderd. ‘Deze lammeren zijn ook voor u,’ zei Abraham, ‘en zij zijn het teken dat ik de put gegraven heb.’

Genesis 21