Ezra 4:4-5-16 Het Boek (HTB)

6. Daarna, aan het begin van de regering van koning Ahasveros, diende de plaatselijke bevolking een schriftelijke aanklacht in tegen de Israëlieten in Juda en Jeruzalem.

7. Zij deden hetzelfde tijdens de regering van Arthahsasta. Bislam, Mithredath, Tabeël en hun collega's stuurden Arthahsasta de volgende brief. Hij was opgesteld in het Aramees en er was een vertaling bij.

8. Gouverneur Rehum en zijn secretaris Simsai schreven Arthahsasta het volgende over de herbouw van Jeruzalem.

9. ‘Van: gouverneur Rehum, secretaris Simsai, onze collega's, de rechters, andere ambtenaren uit het gebied ten westen van de rivier de Eufraat, de Perzen, de Babyloniërs, de burgers van Uruk en Susan in Elam

Ezra 4