Ezechiël 48:27-28-33 Het Boek (HTB)

3. Naftali's gebied ligt weer ten zuiden van dat van Aser, met dezelfde grenzen in het oosten en het westen.

4. Dan volgt Manasse, ten zuiden van Naftali, met ook weer dezelfde grenzen in het oosten en het westen.

27-28. Ten slotte komt dan het gebied van Gad, dat dezelfde grenzen in het westen en het oosten heeft, maar waarvan de zuidgrens van Tamar, via de bronnen bij Meribath-Kades en langs de loop van de beek van Egypte naar de Middellandse Zee loopt.

29. Dit zijn de erfenissen die onder de stammen moeten worden verdeeld,” aldus de Oppermachtige Here.

30-31. “Elke stadspoort zal een naam dragen die herinnert aan een van de stammen van Israël. Aan de noordkant, met een ruim twee kilometer lange muur, zullen drie poorten zijn, genoemd naar Ruben, Juda en Levi.

32. Aan de oostkant, met een eveneens ruim twee kilometer lange muur, zullen de poorten worden genoemd naar Jozef, Benjamin en Dan.

33. De zuidelijke muur, met dezelfde lengte, zal poorten met de namen Simeon, Issachar en Zebulon hebben.

Ezechiël 48