Ezechiël 40:5-19 Het Boek (HTB)

5. De man begon de muur rond het tempelgebied op te meten met zijn meetlat, die 2,70 meter lang was. Hij vertelde mij: ‘Deze muur is net zo hoog als hij dik is: 2,70 meter.’

6. Toen kwam hij bij de poort in de oostelijke muur. Hij ging de trappen op en mat de breedte van de ingang: 2,70 meter.

7. Op de gang van de poort kwamen wachtverblijven uit, die 2,70 meter in het vierkant maten. De afstand tussen de verblijven bedroeg 2,25 meter. Bij de drempel van het voorportaal van de poort was de breedte 2,70 meter.

8. Het voorportaal zelf was aan de binnenkant ook 2,70 meter breed.

9. De lengte bedroeg 3,60 meter en de doorsnee van de muurpilaren was 90 centimeter.

10. Aan weerszijden van de gang lagen drie wachtverblijven, alle met dezelfde afmeting. Ook de muurpilaren hadden alle dezelfde doorsnede.

11. Vervolgens mat hij de totale breedte van de ingang van de poort op: 4,50 meter. De hoogte bedroeg 5,85 meter.

12. Voor de wachtverblijven bevonden zich balustrades, die aan weerszijden 45 centimeter breed waren. Zoals gezegd, waren de verblijven 2,70 meter in het vierkant.

13. Ook mat hij langs het dak de breedte op van de gang van het wachtverblijf aan de ene kant tot aan het tegenoverliggende verblijf: 11,25 meter.

14. Toen mat hij de totale lengte van de gang vanaf de pilaren voor de ingang tot aan de pilaren bij de uitgang, die de begrenzing vormden van de voorhal bij het tempelplein: 27 meter.

15. Van poort tot poort was de lengte 22,50 meter.

16. Aan beide zijden van de gang en langs de muren van de wachtverblijven zaten vensters die naar binnen toe smaller werden. Die vensters zaten ook in de vertrek- en aankomsthallen. De muurpilaren waren versierd met palmmotieven.

17. Zo liepen wij door de gang naar de buitenste voorhof. Langs de muren liep een stenen voetpad en tegen de muren waren dertig kamers gebouwd, met hun ingangen aan het voetpad.

18. Dit werd het ‘lage voetpad’ genoemd. Het voetpad stak, vanaf de muren, net zover de voorhof in als de toegang van de poort.

19. Toen mat hij de afstand tussen deze muur en de muur aan de andere kant van de voorhof (deze ruimte werd de buitenste voorhof van de tempel genoemd) en kwam op een afstand van 45 meter.

Ezechiël 40