1. ‘Mensenzoon, profeteer ook het volgende tegen Gog: “Ik sta tegenover u, koning Gog van Mesech en Tubal.
2. Ik zal u vanuit het verre noorden opdrijven naar de bergen van Israël.
3. Ik zal u daar de wapens uit handen slaan en hulpeloos achterlaten.
4. U en al uw grote legereenheden zullen in de bergen van Israël sterven. Ik zal u aan de gieren en de wilde dieren ten prooi geven, zodat zij u kunnen verscheuren.
5. U zult de steden nooit bereiken, in het open veld zult u sneuvelen, want Ik heb gesproken,” zegt de Oppermachtige Here.
6. “Ik zal vuur laten regenen op Magog en op al uw bondgenoten, die veilig langs de kust leven. Zij zullen ontdekken dat Ik de Here ben.
7. Zo zal Ik mijn heilige naam bekendmaken onder mijn volk Israël. Ik zal niet langer toelaten dat het wordt beledigd. En ook de volken zullen weten dat Ik de Here ben, de Heilige van Israël.
8. Die dag van het oordeel komt eraan, alles zal gebeuren zoals Ik heb aangekondigd.
15-16. Als iemand enkele beenderen ziet, moet hij er een teken bijzetten voor de doodgravers. Die kunnen de beenderen dan meenemen naar de ‘Vallei van Gogs leger’ en ze daar begraven. Daar ligt ook een stad met de naam Massa. Op die manier zal het land ten slotte weer helemaal zijn gereinigd.”