7. Wanneer Ik u zal wegvagen, zal de hemel worden toegedekt en Ik zal de sterren verduisteren. Ik zal de zon met een wolk bedekken en de maan zal u haar licht niet geven.
8. Ja, overal in uw land laat Ik het donker worden, zelfs de heldere sterren boven u zullen niet langer stralen.
9. En wanneer Ik u zal vernietigen, zullen vele harten in verafgelegen landen die u nooit hebt gezien, geschokt worden.
10. Ja, er zal in vele landen angst heersen en hun koningen zullen de haren te berge rijzen als ze zien wat Ik u aandoe. Zij zullen beven van angst als Ik mijn zwaard voor hen heen en weer zwaai. Ieder van hen zal vrezen voor zijn leven op de dag van uw val.’