Ezechiël 23:4-5-12 Het Boek (HTB)

6. Dat waren allemaal aantrekkelijke jonge soldaten, bevelhebbers en commandanten, gekleed in prachtige blauwe kleding en geoefende ruiters.

7. Zo zondigde zij met hen, de beste mannen van Assyrië, en verontreinigde zichzelf door afgoden te aanbidden.

8. Want toen zij Egypte verliet, nam zij haar overspelige aard met zich mee. Zij was nog even sluw als in haar jeugd, toen de Egyptenaren al met haar naar bed gingen, hun lusten op haar botvierden en haar beroofden van haar maagdelijkheid.

9. Daarom leverde Ik haar uit aan de Assyriërs en hun afgoden van wie zij zo hield.

Ezechiël 23