13. Dit zijn de namen van de familiehoofden uit de verschillende stammen van Israël:De zonen van Ruben, de oudste zoon van Israël: Chanoch, Pallu, Chesron en Karmi.
14. De familiehoofden van de stam van Simeon waren: Jemuël, Jamin, Ohad, Jachin, Sochar en Saul, wiens moeder een Kanaänitische was.
15. Dit zijn de familiehoofden van de stam van Levi, in volgorde van leeftijd: Gerson, Kehat en Merari. Levi was honderdzevenendertig jaar toen hij stierf.
16. De zonen van Gerson waren Libni en Simi (zo heten ook hun families).
17. De zonen van Kehat waren Amram, Jishar, Chebron en Uzziël. Kehat was honderddrieëndertig jaar toen hij stierf.
18. De zonen van Merari waren Machli en Musi. Dit waren de families van de Levieten in volgorde van leeftijd.
19. Amram trouwde met Jochebed, de zuster van zijn vader. Hun zonen heetten Aäron en Mozes. Amram stierf toen hij honderdzevenendertig jaar was.
20. De zonen van Jishar waren Korach, Nefeg en Zichri.
21. De zonen van Uzziël waren Misaël, Elsafan en Sitri.
22. Aäron trouwde met Eliseba, de dochter van Amminadab, de zuster van Nachson. Hun zonen heetten Nadab, Abihu, Eleazar en Itamar.
23. De zonen van Korach waren Assir, Elkana en Abiasaf. Dat zijn de gezinnen in het geslacht van Korach.
24. Aärons zoon Eleazar trouwde met een van de dochters van Putiël. Hun zoon heette Pinechas. Dit waren de namen van de familiehoofden van de stam van Levi en van de gezinnen binnen de families.