Exodus 39:1-14 Het Boek (HTB)

1. Van blauwpurper, roodpurper en scharlaken maakte het volk de ambtskleding voor de priesters, die zij droegen bij hun dienst in de tabernakel. Dezelfde stof werd gebruikt voor Aärons heilige kleren, zoals de Here Mozes had opgedragen.

2. Het priesterkleed werd gemaakt van dezelfde stof, geweven met getwijnd fijn linnen.

3. Besaleël bewerkte het goud tot dunne platen en sneed die daarna tot dunne draden die werden verwerkt tussen het blauwpurper, roodpurper, scharlaken en fijn linnen. Toen het klaar was, hadden zij een prachtig priesterkleed, een echt kunstwerk.

8. De borsttas was een waar kunstwerk, net als het priesterkleed gemaakt van gouddraad, blauwpurper, roodpurper, scharlaken en getwijnd fijn linnen.

9. Deze was 23 cm in het vierkant en dubbel, zodat een buidel ontstond.

10. Daarin kwamen vier rijen stenen: op de eerste rij sardis, topaas en smaragd;

11. op de tweede rij hematiet, saffier en diamant;

12. op de derde rij opaal, agaat en amethist en

13. op de vierde rij chrysoliet, onyx en jaspis. Alle stenen waren in een gouden zetting gevat.

14. De stenen waren gegraveerd als een zegel, met op elke steen de naam van een van de twaalf stammen van Israël.

Exodus 39