Exodus 37:23-24-29 Het Boek (HTB)

3. Hij goot vier gouden ringen en bevestigde die aan de onderkant van de ark, twee aan elke kant.

4. Daarna maakte hij van acaciahout twee draagstokken, overtrok ze met goud

5. en stak ze door de ringen aan de zijkanten van de ark om hem zo te kunnen dragen.

6. Toen maakte hij van puur goud het verzoendeksel, 1,13 meter lang en 68 cm breed.

7. Daarna maakte hij twee gouden engelen en plaatste ze aan de beide korte kanten van het verzoendeksel.

8. Zij vormden een geheel met het verzoendeksel.

9. De engelen spreidden hun vleugels naar boven uit en bedekten zo het verzoendeksel. De gezichten van de engelen waren naar elkaar en op het verzoendeksel gericht.

23-24. Daarna maakte hij de zeven lampen op de armen, evenals de snuiters en de asbakjes van puur goud. De kandelaar woog in zijn geheel dertig kilo en was geheel van puur goud.

25. Ook het reukofferaltaar werd van acaciahout gemaakt. Het was 45 cm in het vierkant en 90 cm hoog. De horens aan de hoeken van het altaar vormden een geheel met de rest van het altaar.

26. Het hele altaar, ook de horens, werd overtrokken met puur goud en er kwam een gouden lijst omheen.

27. Onder de lijst zat aan beide kanten een gouden ring als houder voor de draagstok.

28. De draagstokken waren van acaciahout en met goud overtrokken.

29. Van heerlijk geurende kruiden, nauwkeurig afgewogen, maakte hij de heilige zalfolie voor de wijding van de priesters en het reukwerk.

Exodus 37