Exodus 37:1-4 Het Boek (HTB)

1. Daarna bouwde Besaleël de ark. Hij bestond uit acaciahout en was 1,13 meter lang, 68 cm breed en 68 cm hoog.

2. Hij overtrok de binnenkant en de buitenkant met puur goud en maakte er een gouden lijst omheen.

3. Hij goot vier gouden ringen en bevestigde die aan de onderkant van de ark, twee aan elke kant.

4. Daarna maakte hij van acaciahout twee draagstokken, overtrok ze met goud

15-16. Van acaciahout maakte hij draagstokken en hij overtrok ze met goud. Het verdere toebehoren van de tafel—de schotels, schalen, kommen en kannen—maakte hij van puur goud.

20-21. De kandelaar zelf was versierd met amandelbloesems, een onder elke arm en een erboven, vier in totaal.

23-24. Daarna maakte hij de zeven lampen op de armen, evenals de snuiters en de asbakjes van puur goud. De kandelaar woog in zijn geheel dertig kilo en was geheel van puur goud.

Exodus 37