Exodus 31:1-2-7 Het Boek (HTB)

1-2. De Here zei tegen Mozes: ‘Luister, Ik heb Besaleël, de zoon van Uri, de kleinzoon van Chur, uit de stam Juda, aangewezen

3. en hem vervuld met de Geest van God. Ik heb hem veel wijsheid, aanleg en vakmanschap gegeven voor de bouw van de tabernakel en alles wat zich daarin bevindt.

4. Hij is bedreven in het ontwerpen van voorwerpen in goud, zilver en koper.

5. Ook heeft hij ervaring als bewerker van edelstenen en hout.

6. Als zijn assistent heb Ik Oholiab aangewezen, de zoon van Achisamach uit de stam Dan. Bovendien heb ik alle specialisten wijsheid gegeven, zodat zij alles kunnen maken wat Ik u heb opgedragen,

7. de tabernakel, de Ark van het Verbond, het verzoendeksel en alles wat erbij hoort,

12-13. De Here zei verder tegen Mozes: ‘Zeg het volk Israël dat het op de zevende dag moet rusten, want de sabbat is een herdenking van het eeuwige verbond tussen Mij en het volk. Zo zal het zich herinneren dat Ik de Here ben die hen heiligt.

14-15. Rust dus op de sabbat, want het is een heilige dag. Ieder die deze opdracht niet gehoorzaamt, moet sterven, ieder die op deze dag toch werkt, moet worden gedood.

Exodus 31