8. Ook als hij 's avonds de lampen aansteekt, moet hij de kruiden voor de Here op het altaar verbranden, van generatie op generatie moet dit doorgaan.
9. Offer alleen de voorgeschreven kruiden, brandoffers, spijsoffers of drankoffers op dit altaar.
10. Eenmaal per jaar moet Aäron met het bloed van het zondoffer der verzoening het altaar verzoenen, door het bloed op de horens aan te brengen. Dit moet elk jaar, van geslacht op geslacht, gebeuren, want dit is een allerheiligst altaar voor de Here.’
13. Iedere getelde moet 5,5 gram zilver betalen.
14. Iedereen van twintig jaar en ouder moet dit offer aan de Here geven.
15. De rijke zal niet meer en de arme niet minder betalen dan 5,5 gram zilver, want het is een offer voor de Here voor de verzoening van hun leven.
16. Gebruik dit geld voor de dienst in de tabernakel, dit offer vestigt de aandacht van de Here op zijn volk en is een verzoening voor hun leven.’
19. Aäron en zijn zonen moeten daarin hun handen en voeten wassen,
20. wanneer zij de tabernakel ingaan om de Here onder ogen te komen of wanneer zij het altaar naderen om brandoffers voor de Here te brengen. Zij moeten zich altijd wassen voordat zij dat doen, anders zullen zij sterven.
21. Deze regels gelden voor Aäron en zijn zonen en zullen van geslacht op geslacht van kracht blijven.’
24. 5,5 kilo kassie en 3,7 liter olijfolie.
25. De Here droeg ervaren zalfmengers op dit alles te verwerken tot een heilige zalfolie.
28. en het brandofferaltaar met al het toebehoren en het wasvat met het voetstuk te zalven.