Exodus 30:17-18-31 Het Boek (HTB)

2. Gebruik acaciahout en maak het 45 cm in het vierkant en 90 cm hoog. Uit de hoeken van het altaar moeten horens steken, die uit hetzelfde stuk hout zijn gesneden.

3. Overtrek de bovenkant, de zijden en horens van het altaar met puur goud en maak een gouden omlijsting rond het hele altaar.

4. Onder de omlijsting moet u aan beide zijkanten gouden ringen aanbrengen voor de draagstokken.

5. De draagstokken moeten van acaciahout worden gemaakt en overtrokken met goud.

6. Zet dit reukofferaltaar voor het gordijn, waarachter de Ark van het verbond en het verzoendeksel zich bevinden. Daar zal Ik u ontmoeten.

7. Aäron moet elke morgen als hij de lampen in orde maakt, geurige kruiden op het altaar verbranden.

8. Ook als hij 's avonds de lampen aansteekt, moet hij de kruiden voor de Here op het altaar verbranden, van generatie op generatie moet dit doorgaan.

9. Offer alleen de voorgeschreven kruiden, brandoffers, spijsoffers of drankoffers op dit altaar.

17-18. De Here zei tegen Mozes: ‘Maak een koperen wasvat met een voetstuk van koper. Zet het tussen de tabernakel en het altaar en vul het met water.

19. Aäron en zijn zonen moeten daarin hun handen en voeten wassen,

20. wanneer zij de tabernakel ingaan om de Here onder ogen te komen of wanneer zij het altaar naderen om brandoffers voor de Here te brengen. Zij moeten zich altijd wassen voordat zij dat doen, anders zullen zij sterven.

21. Deze regels gelden voor Aäron en zijn zonen en zullen van geslacht op geslacht van kracht blijven.’

22-23. Daarna gaf de Here Mozes opdracht een hoeveelheid van de beste kruiden te verzamelen: 5,5 kilo pure mirre, 2,8 kilo kaneel, 2,8 kilo kalmoes,

24. 5,5 kilo kassie en 3,7 liter olijfolie.

25. De Here droeg ervaren zalfmengers op dit alles te verwerken tot een heilige zalfolie.

26-27. ‘Gebruik dit,’ zei Hij, ‘om de tabernakel, de ark van het verbond, de tafel met al het toebehoren, de kandelaar met al het toebehoren, het reukofferaltaar

28. en het brandofferaltaar met al het toebehoren en het wasvat met het voetstuk te zalven.

29. Heilig deze, zodat ze allerheiligst worden, alles wat ermee in aanraking komt, zal heilig zijn.

30. Ook Aäron en zijn zonen moeten ermee worden gezalfd, zodat zij Mij als priesters kunnen dienen.

31. En zeg tegen het volk Israël: “Dit is voor altijd mijn heilige zalfolie.

Exodus 30