Exodus 29:3-4-13 Het Boek (HTB)

5. Daarna moet u Aäron kleden met zijn onderkleed, de mantel die onder het priesterkleed wordt gedragen, het priesterkleed zelf en de borsttas. Maak de riem van het priesterkleed vast,

6. zet hem de tulband op en bevestig de gouden rozet eraan.

7. Dan moet u hem zalfolie over het hoofd gieten.

8. Daarna moet u Aärons zonen kleden met de ondermantels,

9. geweven riemen en hoofddoeken. Zij zullen voor altijd priesters zijn. Op die manier moeten Aäron en zijn zonen tot priester worden gewijd.

Exodus 29