Exodus 25:26-27-40 Het Boek (HTB)

3-5. goud, zilver, koper, blauwpurper, roodpurper, scharlaken, fijn linnen, geitenhaar, roodgeverfde lamsvellen, dassenvellen en acaciahout,

6. olie voor de lampen, specerijen voor de zalfolie en kruiden voor het reukwerk,

7. onyxstenen en stenen voor het priesterkleed en de borsttas.

8. Het volk moet een heiligdom voor Mij maken, zodat Ik onder mijn volk kan wonen.

9. Het moet een grote tent worden, een tabernakel. Ik zal u een voorbeeld laten zien en nauwkeurig omschrijven hoe Ik het gemaakt wil hebben.

26-27. Maak vier gouden ringen en bevestig deze aan de bovenkant van de poten van de tafel. Die ringen zijn voor de stokken, waarmee de tafel moet worden gedragen.

28. Maak de draagstokken van acaciahout en overtrek ze met goud.

29. Maak schotels, schalen, kannen en kommen van zuiver goud

30. en zorg ervoor dat er altijd toonbroden voor Mij op de tafel liggen.

31. Maak een kandelaar van puur gedreven goud. De hele kandelaar en zijn versieringen moeten uit één stuk bestaan, het voetstuk, de schacht, de bloemkelken en de bloesems.

32-33. Vanuit de schacht moeten aan elke zijde drie armen uitsteken, versierd met amandelbloesems.

34-35. De schacht zelf moet worden versierd met vier amandelbloesems, een tussen elk paar armen en bovendien een bloesem boven de bovenste armen en onder de onderste armen.

36. Deze versieringen, de armen en de schacht, moeten uit één stuk puur, gedreven goud zijn.

37. Maak ook zeven lampen voor de kandelaar en plaats deze zo dat hun licht naar voren valt.

38. De snuiters en bakjes van de lampen moeten van puur goud zijn.

39. Er zal voor de kandelaar ongeveer dertig kilo goud nodig zijn.

40. Zorg ervoor dat alles wordt gemaakt naar het voorbeeld dat Ik u op de berg heb laten zien.’

Exodus 25