9. Toen schreef Mozes de wetten op die hij voor het volk had uitgesproken. Hij gaf ze aan de priesters, de zonen van Levi die de ark met de Tien Geboden van de Here droegen. Aan de leiders van Israël gaf Mozes afschriften van deze wetten.
12. ‘Roep hen allen bijeen,’ beval Mozes, ‘mannen, vrouwen, kinderen en vreemdelingen die bij u wonen, om de wetten van God aan te horen en zijn wil te leren kennen, zodat u de Here, uw God, in ere zult houden en zijn wetten zult gehoorzamen.
13. Doe dit zodat uw kinderen, die nog nooit van deze wetten hebben gehoord, ze horen en leren heilig ontzag te hebben voor de Here, uw God, zolang zij in het beloofde land leven.’
14. Toen zei de Here tegen Mozes: ‘De tijd om te sterven is voor u gekomen. Roep Jozua en ga met hem de tabernakel binnen, zodat Ik hem mijn instructies kan geven.’ Zo kwamen Mozes en Jozua en stonden voor de Here.