Deuteronomium 24:3-14-15 Het Boek (HTB)

10. Als u een vordering op iemand hebt, mag u zijn huis niet zomaar binnengaan om een onderpand te halen.

11. U moet buiten blijven staan. Hij zal wel naar buiten komen met wat hij u schuldig is.

12. Als de man arm is en u zijn mantel als onderpand geeft, slaap er dan niet in.

13. Breng de mantel bij zonsondergang terug, zodat hij erin kan slapen en hij zal u daarvoor zegenen. De Here, uw God, zal dat als een daad van rechtvaardigheid beschouwen.

Deuteronomium 24