Deuteronomium 24:1-14-15 Het Boek (HTB)

1. ‘Als een vrouw haar man totaal niet bevalt en er is volgens hem iets schandelijks op haar aan te merken, mag hij een brief schrijven waarin hij verklaart dat hij van haar scheidt, hij geeft haar die brief en mag haar dan wegsturen.

10. Als u een vordering op iemand hebt, mag u zijn huis niet zomaar binnengaan om een onderpand te halen.

11. U moet buiten blijven staan. Hij zal wel naar buiten komen met wat hij u schuldig is.

12. Als de man arm is en u zijn mantel als onderpand geeft, slaap er dan niet in.

13. Breng de mantel bij zonsondergang terug, zodat hij erin kan slapen en hij zal u daarvoor zegenen. De Here, uw God, zal dat als een daad van rechtvaardigheid beschouwen.

14-15. Behandel een arme, gehuurde werkkracht niet hard, of het nu een Israëliet is of een buitenlander die bij u woont. Betaal hem elke dag voor zonsondergang zijn loon, want hij is arm en heeft het geld meteen nodig. Als u dat niet doet, klaagt hij u aan bij de Here en Hij zal dat als zonde beschouwen.

Deuteronomium 24