Deuteronomium 19:1-13 Het Boek (HTB)

1. ‘Wanneer de Here, uw God, de volken heeft vernietigd van wie u het land zult innemen, en u in hun steden en huizen woont,

4. Ik noem u een voorbeeld van iemand die zijn naaste per ongeluk doodt, dus zonder hem te haten, en die dan naar een van deze steden kan vluchten.

5. Als iemand met zijn buurman het bos in gaat om hout te hakken en het blad van de bijl schiet van de steel en doodt de buurman, kan hij naar een van de vrijsteden vluchten. Hij zal daar veilig zijn

8. Als de Here uw land vergroot, zoals Hij uw voorouders heeft beloofd, en Hij u al het land geeft dat Hij heeft beloofd

9. (of Hij dat zal doen, hangt af van uw gehoorzaamheid aan deze geboden die eisen dat u de Here, uw God, zult liefhebben en op zijn wegen zult wandelen), dan moet u daar drie extra vrijsteden aan toevoegen.

10. Zo zult u voorkomen dat in uw land onschuldigen worden gedood en zult u niet verantwoordelijk worden gesteld voor onrechtvaardig bloedvergieten.

11. Maar als iemand zijn naaste haat en hem vanuit een hinderlaag bespringt en vermoordt en daarna naar een van de vrijsteden vlucht,

12. dan zullen de leiders van zijn woonplaats hem daar laten ophalen en hem overleveren aan de wreker van de dode, zodat die hem kan doden.

13. Heb geen medelijden met zo iemand! Zo bevrijdt u zich van de bloedschuld die op Israël rust en dan het zal goed met u gaan.

Deuteronomium 19